De afgelopen drie dagen waren bijzonder voor me.
Ik liep samen met mijn volwassen zonen, Maximilian en Alexander een deel van het Pieterpad, van Venlo naar Spaubeek, voor een deel ook op de grens met Duitsland, het land van hun moeder.
Zo vaak zijn we niet meer samen sinds ze uit huis zijn en hun eigen pad volgen. Ik had ze uitgenodigd om in deze vakantietijd een wandeltochtje te gaan maken.
In deze Coronatijd konden we met z’n drieën in de bubbel en in hotels overnachten. Thuisbezorgd deed de roomservice.
VADER-zijn
Als vader van deze volwassen kerels kon ik weer met verwondering naar ze kijken. Ik heb ze luiers verschoond, ik heb ze groot gebracht en opgevoed, ik heb ze naar school gebracht, ik heb als pubers strijd met ze geleverd. Allemaal herinneringen die de relatie en het vader-zijn zo kleuren.
Daaronder is de wel heel speciale verbinding, met allebei. Ze dragen mijn genen, ze komen uit mij voort, ze dragen mijn naam. Ik kan die onverbrekelijke band voelen, de liefde als vader voor hen. Zo vertrouwd, zo nabij, zo intens bekend en verbonden.
Maar ook, tegelijkertijd, zijn ze ook weer zo ver van mij vandaan. Ze gaan hun eigen weg, hebben hun eigen vrienden, ontwikkelen een volstrekt eigen persoonlijkheid en doen de dingen ook weer zo anders dan ik. Wat is uniek voor hen en wat hebben ze aangenomen van mij? Het is fascinerend om zo aanwezig te kunnen zijn in het samen-zijn, in het wandelen.
MAN-zijn
In het contact met mijn zonen, krijg ik ook de spiegel voorgehouden over man-zijn. Hoe doen zij dat? Hoe doe ik dat? Wat heb ik ze geleerd? Wat leren ze nu zichzelf? Wat zijn ze tekort gekomen in mijn voorleven? Welke patronen en overtuigingen heb ik doorgegeven, of zelfs welke trauma’s?
Wat me geruststelt is dat ook zij, net als ik, dat al gaandeweg ontdekken, ervaren, vallen en weer opstaan, steeds wijzer wordend. En dat ze daar, als autonome wezens, ook toe instaat zijn. Dat man-zijn iets is dat je gaandeweg leert, om jezelf richting te geven, te ervaren wat nu goed voor je is en bijstuurt als het anders moet.
RENS-zijn
In de relatie tot mijn zonen en bij allebei ook afzonderlijk, kan ik afgeleid worden of bij mijzelf blijven.
Als ik afgeleid word, dan schiet ik in onbewuste overlevingsstrategie, in oude patronen, gevoed door oude emoties. Dan is er strijd en oordeel en disrespect.
Als ik contact hou met mijn Rens-zijn, dan ben ik rustig en liefdevol aanwezig, dan voel ik compassie voor mijn eigen weg, mijn eigen pijn en onvermogen, mijn zoeken, verliezen en weer terugvinden. Dan voel ik ook compassie voor hun unieke weg, anders dan die van mij, voor hun pijn en onvermogen.
Ik denk dat het idee van de perfecte imperfectie mij wel helpt bij het uitleven van compassie.
Het leek me wel fijn, om bij de aanloop naar kerstmis, dit te delen.
Ik ga dit jaar de kerst niet met mijn kinderen vieren, maar met deze ervaring in de rugzak, word het sowieso een feest van verbondenheid en liefde.
Voorlopig moet ik eerst nog even mijn blaren verzorgen.